In gebouwinstallaties zijn elektriciteitsnetsystemen belangrijk voor de veiligheid en efficiëntie van elektrische systemen. De verschillende elektriciteitsnetsystemen, TT, IT, TN-C, TN-C-S en TN-S systemen, bieden verschillende benaderingen voor aarding en reststroomafvoer. Elk van deze elektriciteitsnetsystemen heeft specifieke toepassingen en voordelen en nadelen waarmee rekening moet worden gehouden tijdens de planning en installatie.
Het elektriciteitsnet is onderverdeeld in een transmissienet en een distributienet.
Het transmissienet bestaat uit de extrahoogspannings- en hoogspanningsnetten en de distributienetten bevinden zich in het midden- en laagspanningsbereik.
De internationale standaard IEC 60364 maakt onderscheid tussen drie groepen aardingen met de lettercodes TN, TT en IT.
Eerste letter | Tweede letter | Derde letter |
Aarding bij stroombron | Aardaansluitingen van de apparaten | Gebruik van neutraal en PE |
T Directe aarding van de stroombron (sterpunt) | T Directe aarding van apparaat, onafhankelijk van de aarding en het voedingsapparaat | C Neutraal en PE zijn gecombineerd in één draad |
I Geïsoleerde structuur | N Apparaat wordt direct aangesloten op de standaard aarding | S Neutraal en PE worden afzonderlijk gebruikt |
Netspanning is de elektrische spanning die door de energieleveranciers in de elektriciteitsnetten wordt geleverd en die wordt gebruikt om elektrische energie te transporteren. In engere zin wordt onder netspanning vaak het niveau van de wisselspanning in laagspanningsnetten verstaan.